De yoga-sūtra’s worden algemeen toegeschreven aan Patañjali. Over deze auteur weten we in feite niets, we weten zelfs niet wanneer en waar hij leefde en of hij inderdaad de auteur is van de oorspronkelijke kern van het werk of misschien de ‘ eindredacteur’ van het gehele werk.

Een standbeeld van Patañjali, waarin hij wordt afgebeeld als de incarnatie van de duizendkoppige slang Ādi śeṣaḥ.

Er is lange tijd gedacht dat Patañjali de bekende taalkundige van die naam uit de 2e eeuw v. C. was. Deze heeft o.a. commentaren op de beroemde grammatica van Pāṇini geschreven. Daar is men later weer van teruggekomen.

Het boek met de yoga-sūtra’s bestaat uit vier delen:

  1. Deel I heet samādhi-pādaḥ = het hoofdstuk over samādhi, d.w.z. over meditatieve verzinking, over de concentratie op dat wat is.
  2. Deel II heet sādhana-pādaḥ = het hoofdstuk over de manieren (waarop je samādhi kunt bereiken).
  3. Deel III heet vibhūti-pādaḥ = het hoofdstuk over de verworvenheden (overvloed, pracht) die het gevolg zijn van het mediteren.
  4. Deel IV heet kaivalya-pādaḥ = het hoofdstuk over de éénwording met dat wat is.

Het werk lijkt niet in één keer tot stand te zijn gekomen. Dijkstra (Zien door Yoga) veronderstelt dat het gedeelte II.28 – III.55 (over de aṣṭāṅga-yoga, de acht takken van de yoga) het oudste gedeelte is. Later zouden er nieuwe delen aan deze kern zijn toegevoegd, nl.:

II.1 – II.27 (over de kriyā-yoga, de yoga van het handelen). Dit deel is waarschijnlijk toegevoegd door een yoga-stroming die de nadruk legde op heilige handelingen.

I.23 – I.51 (over de īśvara-praṇidhāna, de overgave aan god, de tweede tak van de yoga/weg).  Dit deel zal zijn toegevoegd door een yoga-stroming die de nadruk legde op de verering van een persoonlijke god.

Deel IV (kaivalya-pāda; het hoofdstuk over de éénwording met al wat is). Dit deel over de achtergronden van de yoga en de yoga-visie op de werkelijkheid past in de tijd dat de metafysica van het boeddhisme en de sāṁkhya-filosofie tot bloei komen (4e eeuw?).

En toen het werk tot een eenheid werd samengesmeed, werd er door de ‘eindredacteur’ een inleiding aan toegevoegd (I.1 – 22) over wat yoga inhoudt, die samen met het deel over ‘ de overgave aan god’ tot het eerste hoofdstuk werd.

Zoals wij het werk nu kennen, bevat het circa tweehonderd sūtra’s. Een sūtra (betekenis: draad) is een korte en kernachtige spreuk, die bedoeld is om door de guru toegelicht en van commentaar voorzien te worden. Aanvankelijk werd de yoga-leer, in de vorm van een verzameling sūtra’s, mondeling door de guru aan zijn leerlingen onderwezen. Later werden de sūtra’s (waarschijnlijk van een aantal verschillende guru’s) verzameld en op schrift gesteld. Daarmee ging uiteraard het intieme karakter van het persoonlijke onderricht verloren.

Omdat de sūtra’s zonder uitleg moeilijk te begrijpen waren, ontstonden er al spoedig commentaren op het werk. Het oudste commentaar is van een zekere Vyāsa (5e of 6e eeuw). In later tijd ontstonden meer commentaren. Ook vertalingen van het werk in bijvoorbeeld het Engels en Nederlands gaan altijd vergezeld van een meestal uitvoerig commentaar.

Enkele van de vele tekstuitgaven (enkele Nederlandse en twee Engelse).

  1. Sarasvatī, Svāmi Sadānanda, Yogānuśāsanam. Eerste publicatie en Werkeditie in het Nederlands,1976. Ed.: Stichting Luminary Publications, Abedhāshram Welshpool, Great Britain 1997. Ned. vertaling: Yogānuśāsanam (De yogasūtra van Patanjali). Duizel (Universal Confluence of Yoga-Vedānta Luminary Nederland) 2000. Herdruk 2010.
  2. Scheepers, Alfred, De Yoga-sūtra’s van Patañjali. Amsterdam (Olive Press) 2004.
  3. Dijkstra, Jogchum & Salvatore Cantore, Zien door Yoga. Patañjali’s sūtra’s direct vertaald uit het Sanskriet, verantwoord en toegelicht. Haarlem (De Toorts) 1980. 3e druk 2007.
  4. Taimni, I.K., The science of yoga: a commentary on the Yoga-Sutras of Patañjali in the light of modern thought. Madras-India 1961. Ned.vert.: De Yoga Sutra’s van Patañjali. 1e druk 1975 (E.S.T.-uitgave). Amsterdam (Theosofische Vereniging in Nederland) 1985. 4e druk 1998.
  5. Prahbavananda, Swami & Christopher Isherwood, How to know God – The yoga  aforisms of Patanjali. (Vedanta Press U.S.A.) 1953. Ned.vert. (Chris Mouwen): Patanjali, Yoga sutra’s. Den Haag (Sirius en Siderius) 1979.
  6. Judge, William Qan, De Yoga Aforismen van Patañjali. 1889. Uit het Engels vertaald door de Stichting Theosofie te Almere. 1972. Herdruk Deventer (Ankh Hermes) 1996.
  7. Feuerstein, Georg, The Yoga-sūtra of Patañjali. Folkestone 1979. Reprint: Rochester, Vermont (Inner Traditions International) 1989.
  8. Woods, James Haughton, The Yoga-system of Patañjali. 1914. Reprint Delhi (Motilal Banarsidass) 1992.